In 2017 deed Interzorg uit Drenthe mee met het Koploperproject in Assen. De zorginstelling was al goed op weg met duurzaam ondernemen, maar het kon zeker nog systematischer worden opgepakt. Daarom is naar aanleiding van de uitkomsten een duurzaamheidscoördinator aangesteld. Uniek is het recent geopende servicecentrum van Interzorg, dat in grote mate circulair is opgezet. Momenteel doet De Zijlen, een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking in de provincie Groningen, mee met het Koploperproject Noordenveld-Westerkwartier. Ter inspiratie organiseerden we op 12 augustus een werkbezoek naar dit centrum, opdat deze Koplopers van elkaar kunnen leren. Hieronder een verslag van Margo Verhagen, adviseur voor het Koploperproject in de provincie Drenthe.
Verslag Rondleiding INN Servicecentrum van Interzorg in Assen, 12 augustus 2020
Door: Margo Verhagen, adviseur circulair ondernemen Koploperproject
Interzorg heb ik enkele jaren geleden al leren kennen als een bijzondere Koploper. Bijzonder in de zorgbranche, maar ook bijzonder in vergelijking tot andere bedrijven die zich duurzaam ontwikkelen. Het is een organisatie met bijvoorbeeld zeer vooruitstrevende ideeën over lekkere & gezond eten, met lokale ingrediënten, met zo mín mogelijk gebruik van additieven in de receptuur en met zo weinig mogelijk gebruik van plastic verpakkingsmateriaal. Toen Interzorg in 2017 meedeed aan het Koploperproject in Assen kwam al uit de Milieubarometer naar voren dat ze op veel indicatoren beter scoorden dan gemiddeld. Uit het duurzaamheidsprofiel bleek dat bestuur en management veel belang hechtten aan verduurzaming, en op nieuw gebouwde locaties was Interzorg toen al ver in bewustwording wat betreft nieuw en anders organiseren. Adviezen uit het Koploperproject werden voortvarend en systematisch opgepakt, inclusief de aanstelling van een dedicated duurzaamheidscoördinator.
Inmiddels zijn we enkele jaren verder, en herinner ik mij ook de circulaire aspiraties van de organisatie – van Elly van der Woude, manager INNService, in het bijzonder. “Interzorg wil investeren in zorg en niet in stenen.”
Kenmerkend voor circulaire economie is dat er een verschuiving optreedt van betalen voor bezit naar betalen voor gebruik. De producent blijft eigenaar en verantwoordelijk voor het product. Hij verdient niet in 1 verkoop zijn investering terug, maar beetje bij beetje over een lange termijn. Hoe langer het gebruik, hoe meer verdiend. Product-as-a-service geeft daarmee een andere impuls aan producenten, bijvoorbeeld als het gaat om kwaliteit, aanpasbaarheid, en duurzaamheid.
Afgelopen maand mochten Jaap de Vries en ik de proef op de som nemen en zelf gaan kijken hoe Interzorg hiermee vorderde. We namen Anne Piek en Jan Jongstra van De Zijlen met ons mee, een nieuwe Koploper uit de groep Noordenveld – Westerkwartier en eveneens zorgaanbieder. We werden door Elly welkom geheten in het nieuwe Servicecentrum in Assen Noord, waar we in gesprek gingen over het ontstaan van dit idee – jaren geleden - de uitvoering en het functioneren ervan.
Jaren geleden ontstond bij Elly het idee dat échte verduurzaming de enige weg vooruit was. Circulaire Economie en product-as-a-service waren nog heel nieuwe termen en eigenlijk onbekend bij het grote publiek. Maar bij Interzorg ontwikkelden ze een brede strategie voor het vastgoed (9 zorglocaties en een Servicecentrum) en facilitaire diensten zoals koken, schoonmaken en wassen en bijbehorende logistiek waarin juíst deze manier van denken centraal staat. Hierbij is enerzijds de ecologische voetafdruk van de organisatie verminderd en anderzijds de service aan cliënten juist verhoogd.
Voor wat betreft vastgoed wordt er gestreefd naar het reduceren van het aantal m2 in eigendom en in gebruik, maar ook naar de hoogste duurzaamheidsprestaties (BREEAM) bij nieuwe gebouwen. Dit betekent dat een proces in gang is gezet waarbij oud vastgoed wordt gesloopt en nieuw efficiënt wordt gebouwd volgens de hoogste eisen, maar ook dat er deels wordt verkocht en wordt gehuurd tegen diezelfde hoge eisen. Het geeft meer flexibiliteit en achteraf geen schulden. Op de 9 zorglocaties zijn straks alle faciliteiten die direct noodzakelijk zijn (cliëntgebonden) aanwezig. Voor de ondersteunende dienstverlening zoals de wasserij , keuken en kantoren is een nieuw servicecentrum gerealiseerd in Assen. Vandaar de mogelijkheid m2 te kunnen reduceren.
In de dienstverlening bij koken en wassen vertaalt het zich er in dat zorgmedewerkers zich nu volledig op zorgtaken kunnen richten, terwijl de facilitair medewerkers er voor zorgen dat schone was tot op de plank bij cliënten terug komt, en ook het eten -duurzaam korte keten, seizoensgebonden, zonder additieven en op porselein- bij cliënten op tafel staat.
Voor de organisatie zelf was het nodig om anders naar de facilitaire processen te kijken. Deze staan centraal in de organisatie en zijn niet ondergeschikt aan andere processen, zoals traditioneel gebruikelijk is. Criteria en werkwijzen zijn gericht op duurzaamheid en door alle interne partijen omarmt.
Deze uiteenzetting door Elly is opmerkelijk vooruitstrevend, anders, gedurfd. De Koplopers van De Zijlen laten merken dat deze gang van zaken niet gebruikelijk is in ‘zorgland’ en het zet ze aan het denken. We krijgen ook een rondleiding door het nieuwe servicecentrum. Het is dit voorjaar geopend en sinds enkele weken draait het volledig op snelheid. Per jaar zal hier 700.000 kilo was verwerkt worden en dagelijks worden er ongeveer 1000 maaltijden bereid. Maar daar is wel wat voor nodig geweest.
Want wat is er nu zo bijzonder? Elly ging voor een ‘state-of-the-art’ en circulair gebouwd servicecentrum, waarbij Interzorg alle eisen zou stellen maar géén eigenaar zou worden. Niet van het pand, niet van de kook- en was-apparatuur, niet van het meubilair, niets. ‘Product-as-a-service’. Interzorg zou 10 + eventueel 5 jaar huren en mocht ze er weg gaan dan kan het pand voor willekeurige andere bestemming ingezet worden. Na heel veel overleg en uitleggen, zoeken naar de juiste partners, afspraken met de gemeente, is het daadwerkelijk gelukt: Duurzaam Wonen werd opdrachtgever, HTC werd vastgoed eigenaar, en Hercuton heeft het gebouwd. Bij de inrichting werd Distrivers eigenaar van de keuken (Distrivers levert eveneens de verse ingrediënten voor eten en drinken, maar er wordt gekookt door keukenmedewerkers van Interzorg), is de wasserij in eigendom van Laundry Expert, en (modulaire) stoffering en meubilering bijvoorbeeld in eigendom van !Pet, VEPA en Iedema Projectstoffeerders. Interzorg betaalt voor het gebruik van de kantoorinrichting een vast bedrag per werkplek, en betaalt voor het gebruik van de wasserij + een bedrag per gewassen kilo en voor iedere maaltijd. Wel heeft Interzorg zelf een bedrag geïnvesteerd in extra duurzaamheidstechnologie. Interzorg gaat ervan uit dat ze deze investering terugverdient door een lagere water- en energierekening.
‘Het is onbekend. Daarom moet je alles bevechten, en dat moet je dus leuk vinden’.
Tijdens de wandeling door het gebouw zien we e.e.a. met eigen ogen: een spiksplinter nieuwe keuken met de nieuwste technologie - alles volledig elektrisch, een volautomatische wasserij voor gechipte kleding en ‘platgoed’, de logistieke ordening. Het circulaire gebouw met een betonnen skelet dat als lego op elkaar is gestapeld en niet ‘geschroefd’, op zonne-energie voorverwarmd grondwater ten behoeve van de wasserij, en waar warmte uit de wasserij vervolgens via compressors in de keuken wordt ingezet. Ook de kantoorruimte ziet er prettig uit. ICT zorgt ervoor dat de werkplekken efficiënt gebruikt worden, ook al is de bezettingsgraad hier de afgelopen maanden laag door het streven naar thuiswerken.
Natuurlijk ben ik opgewekt te zien dat de ‘circulaire concepten’ hier in de praktijk prachtig werken. Maar wat nadien vooral op het netvlies blijft is ontzag voor de logistieke puzzel, de hoge mate van integratie van technologie en diensten, in combinatie met de aandacht voor de maaltijd en voor de persoonlijke eigendommen van cliënten. Werkelijk indrukwekkend.